Column Hein Bloemink (februari 2023)
Dienstbaar
Dit wordt een pleidooi voor dienstbaarheid. Ik geloof niet dat ik een onderdanig mannetje ben, maar ik word wel blij van ‘dienstbaar zijn’. Het maakt een geluksstofje in mijn brein aan en het maakt bovendien de leukste reacties bij mijn medemensen los. Het begrip ‘dienstbaarheid’ is een beetje ouderwets, dat weet ik ook wel. Maar je kunt het ook zien als een win-win eigenschap. Je maakt anderen én jezelf blij. Als ik mensen in de zorg vraag naar hun drijfveren, dan zeggen ze altijd dat het zo prettig is om ‘mensen te helpen’. Dat geldt voor mensen in alle dienstverlenende beroepen. Je bent bevoorrecht als je (beroepshalve) mensen blij mag maken door jouw hulp. Dit verhaal is trouwens wederkerig. Als ‘ontvanger’ van dienstbaarheid mag je ook wel eens je waardering uitspreken. Ik heb de indruk dat het hier nogal eens aan schort. Voorbeeld: laatst stond een Ziggo-monteur bij mij in de straat in de regen te sleutelen aan een verdeelkastje. Ik voelde behoefte om hem een pakje stroopwafels te brengen en te zeggen dat ik blij was dat hij dit werk wilde doen. Toen hij me zag aankomen was zijn eerste schrikreactie: “U komt zeker zeggen dat er iets fout is gegaan”. Typerend. Direct in de verdediging. Hij bedankte me later en toen voelde ik me onderdeel van een harmonieuze wereld. De Ziggo-man was even mijn vriend. Als vader van drie dochters ben ik gewend geraakt aan de rol van huislakei. Iets voor hen doen geeft me nog steeds een kick. Dus toen mijn dochter van 32 jaar me laatst (net als vroeger) vroeg of ik haar om 3.30 uur ‘s nachts van een feestje in Leek wilde ophalen, had ik de nacht van mijn leven. Tip: zie dienstbaarheid niet als onderdanigheid maar als geluksfactor.
Geen reacties