De krant die je leest van A tot Z
Woensdag 12 februari, 2025
Deze post is bekeken 218 keer.

dinsdag 02 april 2013

Nieuws:

Jan Hummel, vermoord in 1946 te Glimmen, nog niet vergeten

Door: Redactie

In 1946 werd Jan Hummel (7) vermoord in het Quintusbos te Glimmen. Veel mensen weten nog wel dat er ‘iets ergs’ was gebeurd, maar het drama werd vooral doodgezwegen. Ook door de ouders van het kind. Toch zijn de gevolgen 67 jaar later nog steeds voelbaar bij Jan’s zus Sjouwkje (72) die in Appelscha woont. Een reconstructie.

Graf op Eshof Haren

Graf op Eshof Haren

Jan Hummel, als kind vermoord in Glimmen (1946)

Jan Hummel, als kind vermoord in Glimmen (1946)

Wat gebeurde er?

Het is zaterdag 28 december 1946 en winter. In de loop van de middag gaat de kleine Jan Hummel met zijn zusje Sjouwkje (6) te voet het Quintusbos in. Ze wonen aan de Rijksstraatweg in Glimmen, precies tegenover het bos. Hun moeder had gevraagd of ze bij boer Hendriks (halverwege het bos) voer voor de geitjes wilden halen. Juist die middag had de 18-jarige zonderling Jan Meijer van de Hoge Hereweg slaande ruzie met zijn ouders gehad over geld. Witheet verliet hij het huis en ging per fiets dwalen door de buurt. De twee kinderen haalden het voer en waren op weg terug toen zij Jan Meijer in het vizier kregen. De jongen was kennelijk nog steeds woest en zonder aanleiding stapte hij af om de beide kinderen vast te grijpen. Het meisje wist zich los te rukken, vluchtte in blinde angst en rende naar huis. De kleine Jan had pech en viel ten prooi aan zijn aanvaller die hem de keel dichtdrukte en wurgde. Het kind overleefde de aanval niet. Jan Meijer liet het kind in de bosjes achter en ging naar huis. Kennelijk ongerust stapte hij weer op zijn fiets en ging terug naar de plaats van de moord. Hij wilde het dode kind vervoeren naar de Drentse Aa om het onder water te laten verdwijnen. Hij werd gezien door passanten, wierp de kleine Jan in een greppel en maakte zich uit de voeten. Een wandelaar vond het lijk en waarschuwde een dokter. Hulp kwam te laat. Inmiddels was ook de politie gewaarschuwd. Op aanwijzing van andere kinderen die door Meijer waren aangevallen en van het jongere zusje dat getuige was geweest, kon niet lang daarna de dader worden aangehouden. Die ontkende, maar politieman Akkerman (die in Glimmen woonde) wist Meijer uiteindelijk tot een bekentenis te bewegen. Het motief is nooit helder geworden. Gesproken werd van een ‘vlaag van verstandsverbijstering’. De moordenaar kreeg celstraf, maar profiteerde al in 1948 van gratie, hem verleend dankzij de troonsbestijging van Koningin Juliana. De jongen verhuisde naar Duitsland, waar hij, naar verluidt, zelfmoord pleegde.

Het vervolg

Sjouwkje De Jong-Hummel ziet het allemaal nog precies voor zich: “Dat vergeet je nooit”, zegt ze. “Nu heb ik nog steeds angst als ik in een bos ben. Dat raak ik niet meer kwijt. Voor mij was het erg moeilijk, omdat mijn moeder mij verwijten maakte. Ik was immers weggevlucht. Mijn ouders spraken verder nooit meer over Jan en de moord. Moeder zei: dood is dood, weg is weg. Een rouwkaart heb ik nooit gezien. Zelfs kinderen die later in ons gezin werden geboren kregen het verhaal niet te horen. Ik heb het mijn jongere zusje moeten vertellen toen ze zeven was.” Daags na de moord werd de kleine Jan opgebaard in het huis van de buren, aannemer H. Venema. Daar werden witte lakens voor de ramen gehangen, zolang het kind er lag. Sjouwkje: “De meeste indruk maakte de begrafenis op mij. Het was bitterkoud, begin januari. Er was een rouwkoets met paarden en de gordijnen wapperden in de wind. Meester Van Altena van de christelijke school had gezorgd dat veel kinderen achter de koets aan liepen naar de begraafplaats. Op de Eshof is Jan begraven. Ik heb jaren het graf verzorgd en nu doet mijn zus dat.”

Gedicht

In de zoektocht stuitten wij op een gedicht over de moord, geschreven in 1947 door een zeker P. Nienhuis. Het gedicht werd als een vodje aangetroffen in een bijbeltje van mevrouw Doornkamp die enige tijd geleden overleed en die destijds ook in Glimmen had gewoond. In het gedicht wordt de moord beschreven in o.a. de volgende passage:

“Groot was de smart der ouders, bij het horen van de ramp. ’s Morgens nog op vaders schouders, ’s avonds koud en stram. Waar heb je dat aan te danken onschuldig kind, je was zo rein, lief en licht gewind.”

 

5 reacties

P.Helder zegt:

P.Nienhuis moet dan zijn Piet Nienhuis, broer van mijn moeder Jantje Nienhuis.
Fam. Nienhuis woonden vroeger aan de Hooge heren weg in Glimmen.
En ik kan mij nog herinneren toen ik 16 was in 1967
dat mijn vader zei kijk daar loopt die meijer ook, zeker op familie bezoek.
Als hij zelfmoord gepleegt heeft moet dat later geweest zijn.
Wij woonden toen aan de rijkstraatweg bij het Quintus bos.

C.Aarnoudse zegt:

Het bericht in de krant Haren roept veel herinneringen op: Sjouwkje was een van mijn vriendinnetjes van de Christelijke lager school, ik was toen zes jaar oud. Wat er precies was gebeurd leek niemand te weten, ik vroeg daar Sjouwkje ook niet naar, er werd niet over gepraat. In deze tijd,ongelofelijk. Het is mij niettemin altijd bijgebleven, vooral vanwege het stilzwijgen rond deze vreselijke gebeurtenis.

C.Aarnoudse

jan meijer zegt:

Weer die jan meijer

Geke Meijer-Bronsvoort zegt:

Ik kreeg dit artikel doorgestuurd van mijn schoonzusje Ineke Meijer. Zij is de zus van mijn 6 jaar geleden overleden man, Andries Meijer. Hij is vernoemd naar zijn opa, de vader Jan Meijer. Mijn schoonvader was dus een broer van Jan. Ook in die familie werd over deze verschrikkelijke gebeurtenis gezwegen. Per toeval ben ik er achter gekomen. Maar het zou om een meisje gaan, werd mij verteld. Ineke en ik vonden het een dramatisch verhaal en willen best wel contact met Sjoukje De Jong. Wat een verdriet moet ze hebben gehad. Haar hele leven.

Jetze Meijer zegt:

Ome Jan was de broer van mijn vader Geejo en hij heeft zich later inderdaad van het leven beroofd in Duitsland (omgeving Dortmund). Zoals Geke al zei, in de familie werd er niet over gesproken. Toen mijn broer en ik jaren geleden weer eens de plek opzochten waar wij als kind hebben gewoond (die twee kleine huisjes achter het restaurant) en ook eens door het Quintusbos liepen en daar toevalligerwijs in gesprek raakten met een dame die daar woonde, waren wij zeer verbaasd dat zij zich omdraaide toen ze in de gaten kreeg wie wij waren. Later is ons dat wel duidelijk geworden.

Wilt u reageren?




Wij plaatsen alleen inhoudelijke reacties. Reacties met voornamelijk slogans en kreten worden niet gepubliceerd.