Column Hein Bloemink (december 2024)
Kerstmagie
Als ik deze dagen langs mijn geboortehuis Kleinkoppen aan de Rijksstraatweg rijd en daar de kerstboom in de kamer zie staan, word ik opgetild en zweef ik terug in de tijd: 1969. Ik zie mezelf weer als kind staan kijken hoe mijn moeder de kerstboom optuigt met lichtjes, slingers en engelenhaar. Magie. De geur alleen al. Ze zette dan de kerstplaat van Mireille Mathieu op of ‘Kerst met de Wiener Sängerknaben’. De huiskamer werd sprookjesachtig verlicht als het buiten ging schemeren. Voor het raam werd de kerstster opgehangen en als die brandde zou alles goedkomen, voelde ik aan. Mijn vader zei dat hij hem ‘s nachts liet branden voor de mensen die op pad moesten en dat vond ik een mooie gedachte. Ik schoof wat met de beeldjes van de kerststal en creëerde zo mijn eigen kerstverhaal. In huis was de sfeer inmiddels verwachtingsvol, want met kerst kwamen alle grote broers en zussen thuis en tante Strijkie uit Leiden zou ook komen. Magie. Op kerstavond gingen we in optocht naar de RK-kerk aan de Irenelaan waar de sneeuw onder onze voeten knarste als we naar de kerkdeur liepen. Binnen zongen reeds de engelen en zag je het halve dorp ineens in een heel ander licht. Na afloop stond thuis (heel bijzonder op dat tijdstip) een nachtelijk diner voor ons klaar. Magie. Kerstmuziek van Iwan Rebroff. Het gezin was weer compleet en de wereld klopte als een bus. In gedachten zie ik mezelf daar weer in die kamer zitten als klein druk ventje en ik realiseer me dat de magie die ik toen ervaarde misschien wel de meest pure vorm van het kerstfeest is; het magische sprookje over een intacte wereld waar mensen het beste in elkaar naar boven halen. Het kan dus wél. Ik rijd naar huis en probeer dat gevoel nog even vast te houden omdat het zo fijn is.
1 reactie