Column Hein Bloemink (augustus 2024)
Deemoedig
Dit voorjaar interviewde ik voor een podcast Gerry, die al tien jaar aan rolstoel en bed is gebonden met een dwarslaesie. Hij woont in een verpleeghuis. Met zijn auto over de kop geslagen in Spanje en tijdens die tuimeling veranderd van een ‘man of the world’ in een man op bed. Gevangen in een verlamd lichaam, smalle horizon. “Het enige dat ik nog kan is nadenken”, zegt hij. De afgelopen zomer deed ik alles wat hij niet meer kan. Ik wandelde hoog in de Alpen van Adelboden; ik rustte in de schaduw van alpenhütten en dronk daar koud water; ik fietste van Haren naar Goes door regen en in hitte. Ik sjouwde met mijn kleinkinderen door bossen en over weiden; ik deed dutjes die ik siësta noemde omdat ze dan lekkerder aanvoelen; ik fietste op Terschelling over de Boschplaat en zag er de zon ondergaan; met mijn kleinkinderen sjouwde ik daar naar de vloedlijn om er schelpen te zoeken en sleuven te graven; ik ging uit eten in Midsland; bij de Boekenboer ging ik door de knieën om een mooi boek op de onderste plank te vinden; thuis wachtte me de tuin waar ik gehurkt bij mijn minivijvertjes zocht naar kikkers en ik sprong over een slootje om bramen te kunnen plukken; ik was trots en blij als een kind met mijn nieuwe sportieve fiets, die ik bij Erna had uitgezocht. Wat heb ik veel gedaan en wat was de zomer mooi. En telkens hoorde ik weer de stem van Gerry, die in het interview zei: “Het enige dat ik nog kan is nadenken”. Ik realiseer me diep van binnen wat ik nog allemaal kan en daarbij gebruik ik de man in het verpleeghuis als mijn eye-opener. Als de ramp die hem overkwam dan toch voor iets zin heeft gehad, dan is het wel dat zijn lot ons tot deemoedigheid dwingt in een tijd waarin we vaak denken dat geluk een recht is.
Geen reacties