14 april 1945 was Haren vrij!
De viering van 75 jaar vrijheid in ons land is verdrongen door de noodzakelijke onvrijheid van nu: een virus. Gelukkig kunnen we ook stilstaan bij 75 jaar vrijheid zonder bij elkaar te zijn. Wil Legemaat uit Haren zou in april de reisleider zijn van een bustour, die door Walter en Heiltje Hoogesteger was georganiseerd. Ook die tour gaat niet door, maar het verhaal blijft. Met permissie publiceren we het verhaal van Wil Legemaat.

(foto: Canadezen in Zuidlaren)
De bevrijding van Haren
Dit jaar 75 jaar geleden, op 14 april 1945, werd Haren bevrijd. Door de coronacrises kunnen activiteiten en vieringen helaas geen doorgang vinden. Ook de bevrijdingstourtocht, georganiseerd door Walter en Heiltje Hoogesteger, vindt geen doorgang. Die tocht zou langs markante plekken in Haren, Onnen, Noordlaren, Glimmen en Groningen-zuid voeren. Met als rode draad en slotstuk de bevrijding zelf. Dat laatste deel van het verhaal willen wij u niet onthouden. Daarom voor u, precies 75 jaar na de bevrijding van Haren, het verhaal van de bevrijding.
Walter Hoogesteger en Wil Legemaat
De verdedigingsstrategie van de Duitsers
De Duitsers lijken ervan overtuigd geweest te zijn dat de stad Groningen vanuit het zuiden benaderd zou worden door de geallieerden. Zij gingen ervan uit dat de zwaarste gevechten in het noorden van Haren en in Helpman geleverd zouden worden. Daar hadden zij dan ook hun manschappen gestationeerd. En de Duitsers in Haren wisten dat zij zich daar moesten vervoegen om de stad te verdedigen, zodra er geallieerden verschenen. In Helpman bij de Rabenhauptkazerne en het Huis van Bewaring en in Haren bij de tankgrachten die ter hoogte van ’t Huis de Wolf waren gegraven door de OT (Organisation Todt).
Maar… de Canadezen kwamen vanuit Eelde via de Paterswoldseweg naar de stad. Eén colonne boog onderweg bij het Familiehotel af richting Haren om dat dorp ook te bevrijden.
Daar ging echter wel het een en ander aan vooraf!
Een verwarrende vrijdag in april 1945
Op vrijdag 13 april 1945 zinderde er een spannende opwinding door Haren: de Canadezen waren in aantocht. Ze waren al in Zuidlaren gesignaleerd. In Midlaren hadden zij een hoofdkwartier en van daaruit kwamen zij naar het Noorden. Met licht materieel: om de boel te verkennen.
Ter hoogte van de Vogelzangsteeg werd de divisie opgedeeld in twee eenheden. Eén colonne ging via Onnen, de andere over de Zuidlaarderweg via Glimmen naar Haren.
Ondertussen trok de 3e Canadese divisie met zwaar materieel via Vries naar Eelde met als doel de stad Groningen vanuit de westkant te bevrijden.
De opwinding in Haren bleek gegrond: inderdaad kwam er aan het eind van die vrijdagmiddag een verkenningseenheid in pantserwagens door Onnen en Haren. Via de Waterhuizerweg reden de bevrijders Haren binnen. De Canadezen kregen een hartelijk onthaal. Overmoedige Hareners haalden de vlag tevoorschijn. Vanuit Onnen kwamen enkele verzetsmensen, waaronder Klaas Boonstra, al richting Haren om als Binnenlandse Strijdkrachten (BS) actief te worden.
In een boerderij in Tuindorp zaten Duitsers, die met de handen omhoog naar buiten kwamen. Bij café Goinga werd ze alles afgenomen. De Duitsers leken volgens ooggetuigen blij dat het afgelopen was. Achter Goinga woonde schoenmaker Oosterveld; hij kwam persoonlijk twee opgepakte Duitsers afleveren. De NSB’ers werden in het gebouw van het Blindeninstituut aan de Rijksstraatweg opgesloten. Daar werden ook de opgepakte Duitsers naar toe gebracht.
De Canadezen die via de Zuidlaarderweg en Glimmen naar Haren kwamen, veroorzaakten hetzelfde onder de bevolking: gejuich en verzetsmensen die tevoorschijn kwamen en meteen in de rol van BS’ers Duitsers en NSB’ers gingen oppakken. In Glimmen trof dat de bewoners van de bekende villa Welgelegen, Willem G. Wiemann en zijn vrouw Titia Wieman- Vissering.
Wiemann was lid van de NSB en dat had hem al aan het begin van de oorlog een flinke promotie bezorgd: hij werd in november 1940 benoemd tot Griffier van de Arrondissementsrechtbank in Groningen. Zijn vrouw was lid van de N.S.V.O., de vrouwelijke afdeling van de NSB en actief bij de actie ‘Winterhulp’. Beiden werden na de oorlog berecht en het kiesrecht werd hen ontnomen. Wieman werd al op 20 april 1945 geschorst en enkele maanden later ontslagen.
De Duitse post bij de Meerwegbrug werd vrij eenvoudig ontmanteld door de bevrijders, maar op de Rijksstraatweg, ten noorden van de dorpskern, hielden de Canadezen halt. In ’t Huis de Wolf zaten nog heel wat Duitsers en bij Huize Hemmen waren operationele kanonnen opgesteld. De verkenners beschikten niet over de geschikte wapens om een gevecht te kunnen winnen. Zij trokken zich terug.
Een angstige avond en nacht
De verwarring was groot: was Haren nu bevrijd of niet? Op Medema’s veldje in Tuindorp verschenen jongens die ondergedoken hadden gezeten, iedereen was in feeststemming, maar na het vertrek van de Canadezen trok plotseling weer een Duitse patrouille door Haren. Vanaf seinpost 7 kwamen de Duitsers door Tuindorp; de onderduikers hielden de adem in, maar ze werden met rust gelaten. De BS barricadeerden de toegang tot het gemeentehuis, de Duitsers deden nog een poging de deur te forceren, maar toen dat niet lukte, lieten zij het erbij. Het was de Duitsers onbekend dat het Blindeninstituut als tijdelijk huis van bewaring diende.
Nog twee doden
Na een angstige nacht vol blije verwachting en een onduidelijke zaterdagmorgen verschenen de bevrijders opnieuw. Dit keer waren het de manschappen van de 3e divisie, die bij het Familiehotel in Paterswolde waren afgebogen en zo via de Meerweg Haren binnen kwamen. Via tuinen en weilanden probeerden zij ’t Huis de Wolf te bereiken. Daar werd nog kort gevochten. Een jonge Harener, Corrie Goes, die als gids op een Canadese carrier zat, werd door Duits vuur zo ernstig getroffen dat hij korte tijd later in de tuin van de familie Van der Horst, tegenover ’t Huis de Wolf, aan zijn verwondingen bezweek.

Enkele dagen nadien viel er nog een dode. De Canadezen hadden een tentenkamp opgezet, iets ten zuiden van de benzinepomp aan de Rijksstraatweg. Bij het oversteken van de weg werd een schooljongen, Fokko Eisses, overreden door een Canadese tank. De Canadezen brachten hem naar het noodhospitaal in de Kerkstraatschool. Maar het mocht niet meer baten.
Scholen
Na een dag of twee, drie ratelde een enorme tankdivisie met ijzerbanden over de klinkers van de Rijksstraatweg. Vanaf het vliegveld richting Duitsland. Het veroorzaakte zoveel stof dat je elkaar amper kon zien. De straatklinkers waren helemaal rond afgeslepen.
De lagere school in de Kerkstraat (nu ’t Clockhuys) en de Tuindorpschool waren al geruime tijd in gebruik bij de Duitsers. Nu trokken de Canadezen er in. Op het schoolplein in Tuindorp bivakkeerden de bevrijders in grote tenten. In de Kerkstraatschool werd in een grote veldkeuken gekookt voor de manschappen en er was een hospitaal ingericht.
Feest
Een etmaal na het verschijnen van de eerste verkenningseenheid, was Haren dan toch werkelijk bevrijd. De vlaggen gingen nu overal uit, portretten van de koningin werden weer opgehangen en er braken wilde feesten los. De feestvreugde duurde weken. Muziekvereniging Apollo maakte lange dagen en enkele Harense meisjes verloren hun hart aan een Canadees.
Bevrijding van de stad Groningen
Om de stad Groningen is dagenlang bitter gevochten. In de binnenstad zijn veel panden door brand verwoest. Pas op 16 april konden ook in Groningen de vlaggen uit.
De verliezen waren ook aan Canadese zijde aanzienlijk. Langs de Paterswoldseweg was een noodbegraafplaats aangelegd, waar gesneuvelde Canadezen tijdelijk werden begraven.
Burgerwacht Blindeninstituut
In het Blindeninstituut waren de NSB’ers opgesloten en de vrouwen en meisjes die het in de oorlog hadden aangelegd met Duitsers. Verzetsmensen en oud-militairen vormden een burgerwacht. Het ging er niet altijd subtiel aan toe, vertelden ooggetuigen. “De wraak en haat zijn groot geweest,” zei Cees Bouwman († 2009), “de gematigden moesten hun uiterste best doen om te zorgen dat het daar geen volksgericht werd. Want de straf was ook onder die omstandigheden nog altijd niet aan de straat maar aan de staat.”
Militair Gezag
Maar wie was op dat moment ‘de staat’? De eerste weken na de bevrijding heerste er naast feestvreugde ook veel verwarring en hier en daar chaos. Er werden enkele onschuldige mensen opgesloten, goederen ontvreemd uit huizen van opgepakte NSB’ers en het was onduidelijk wie het wettelijk gezag vertegenwoordigde. Vanuit Londen werd in de bevrijde gebieden het Militair Gezag ingesteld. Elke provincie kreeg een Provinciaal Militair Commissaris (PMC). Op 3 mei benoemde de Groningse PMC de heer G.F. Dalenoord, in de oorlog commandant van het verzet in Haren, tot gezaghebber. In het najaar werd een noodgemeenteraad samengesteld en in november werd mr. J. Klaasesz benoemd tot waarnemend burgemeester.
Slot
In de boerenbehuizing Zuidlaarderweg 3 in Glimmen woonde de familie G. Koops in oorlogstijd.
Koops was boer en aardappelvolontair en in de drie bijgebouwen lagen in de wintermaanden de aardappelen opgeslagen voor verkoop.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd in de zomer van 1944, toen de bijgebouwen leeg waren, beslag gelegd door het Duitse leger. De militairen werden er ingekwartierd tot de bevrijding.
Toen de Duitsers vernamen dat de Canadese bevrijders oprukten om Groningen te bevrijden, vluchtten zij naar Groningen om de stad te helpen verdedigen.
Na de bevrijding verbleven er nog geruime tijd militairen in de bijgebouwen van de boerderij. Dit keer waren het echter de Canadese bevrijders!
Koops wilde niet dat zijn dochtertjes spraken met de Duitse militairen. Maar met de “nieuwe gasten” mocht dat wel. Zij trakteerden op heerlijke repen chocolade. Die hadden de kinderen Koops lang moeten missen.
Ditmaal waren het de Canadese bevrijders die in Normandië via de krijtrotsen aan land gingen en via Frankrijk, België en Nederland eindelijk in de provincie Groningen het einde van de Tweede Wereldoorlog 1940-1945 bewerkstelligden. Na vijf jaar eindelijk bevrijding, nu 75 jaar geleden!
10 reacties