Column Hein Bloemink – juni 2025
Half uur
Bij uitvaarten is het vooraf moeilijk in te schatten hoe ze zullen verlopen. Dat hangt ervan af of de overledene centraal komt te staan of het geloof. Ik bezocht uitvaarten waar het vooral draaide om religie en de overledene slechts een kleine bijrol speelde. Daar heb ik moeite mee en denk dan: voor wie ben ik hier eigenlijk gekomen? Ik heb ook uitvaarten meegemaakt waar de overledene wél het stralend middelpunt was van zijn of haar ‘laatste feestje’. Dat woord ‘feestje’ bedoel ik niet cynisch, want het is toch heel erg mooi als liefde, genegenheid, vriendschap, waardering en respect worden uitgesproken over iemand die je in gedachten (bijna door het hout heen) stil in de kist ziet liggen. Misschien wel met een heimelijke glimlach. Zo’n uitvaart bezocht ik eerder deze maand toen afscheid werd genomen van een oer-Harenaar die op te jonge leeftijd was vertrokken, onwetend door zijn dementie. De aula stroomde vol met Harenaars, onder de indruk maar ook met begrip voor het onafwendbare overlijden dat ze hadden zien aankomen. Dat zie je aan hun gezichten. Mensen met banen, functies en namen die er hier helemaal niet toe deden. Ze waren er namelijk puur voor die ene man die ze hebben gekend; waarmee ze werkten, voetbalden, lachten en huilden. De uitvaart duurde slechts een half uur maar er zat voor een heel etmaal liefde en vriendschap in. Korte toespraken waarin zijn vrouw en anderen ineens in staat blijken de kern te raken. Onvergetelijk waren de filmbeelden waarop te zien was hoe hij, reeds ziek, naast het verpleeghuis nog een balletje trapte met een voetbalvriend. Hij wist niet meer waar hij was, maar wel hoe hij de bal moest aannemen en raken omdat hij vroeger op hoog niveau had gespeeld bij vv Haren. De overledene kreeg koffers vol warmte en liefde mee op zijn reis naar het Grote Niets. En wij zwaaiden hem uit zoals je zelf uitgezwaaid zou willen worden.
1 reactie