Column Bert Heikens, huisarts (mei 2022)
Trots!
Onlangs was ik in Berlijn voor een korte vakantie. Onbewust kijk ik in het straatbeeld vaak even naar artsenpraktijken, de deuren en de bijbehorende soms erg fraaie naambordjes. In Duitsland zie je naast huisartspraktijken nog steeds veel vrijgevestigde specialisten op allerlei gebied. In Duitsland staat het iedereen vrij naar een huisarts of specialist te gaan bij problemen, maar krijgt langzamerhand de poortwachtersfunctie van de huisarts meer gestalte. Spoedgevallen gaan meestal rechtstreeks naar een ziekenhuis. Spoedvisites door huisartsen in een stad als Berlijn zullen er waarschijnlijk weinig zijn. Zo zag ik een bijzonder tafereel zich voltrekken middenin de stad. Een brandweerwagen was ingezet voor een zieke oude man op straat. Of hij zat voor zijn huis, dat kon ik niet zien. Even later kwam er een ambulance aan en liep de man zelfstandig en redelijk vlot de ambulance in. De brandweerwagen reed onverrichter zake weer weg. Ik kan het natuurlijk niet beoordelen maar ik dacht wel even hoe we dat in bijvoorbeeld een stad als Groningen doen. Daar zou voor zo’n situatie de huisarts met spoed kunnen komen, de patiënt beoordelen en al dan niet besluiten de patiënt in te sturen. Vaak komt de huisarts in de stad op de fiets langs, immers veel effectiever dan met de auto.Een redelijk groot verschil dus met een brandweerwagen en een ambulance. Daarom ben ik nog steeds trots op ons huisartsensysteem, kostenbesparend met huisartsen, assistentes en verpleegkundigen die bij uitstek geschikt zijn om dit als enige te kunnen. Een vak apart. Stiekem denk ik toch dat andere landen hier nog veel van kunnen leren.
2 reacties