
Weduwe van doodgeschoten passagier: “De Molukse gemeenschap nam ik het niet kwalijk”
Dit jaar is het 50 jaar geleden, dat zich op de treinrails bij het Drentse dorp Wijster een drama voltrok: treinkaping door Molukse jongeren. Op 2 december werd de trein tot stilstand gebracht en op 4 december werd passagier Bert Bierling (31) in de deuropening van de trein doodgeschoten door één van de zes kapers. Zijn lichaam kwam naast de trein te liggen en foto’s daarvan stonden op alle voorpagina’s. Een halve eeuw later spreken we mevrouw Bierling, de weduwe die nog iedere dag naar de foto van haar man kijkt. Ze woont nu in Haren.
Waarom een kaping
De Molukse jongeren eisten dat de Nederlandse regering haar belofte uit 1950 zou nakomen en de ruim 15.000 Molukse mensen in overleg met Indonesië naar een onafhankelijk Ambon zou laten terugkeren. Het betrof KNIL-militairen en hun gezinnen, die na het opgeven van de kolonie Nederlands Indië ‘tijdelijk’ werden ondergebracht in kampen, zoals Westerbork. Daarna werden ze echter aan hun lot overgelaten, vonden zij, en daarom pakten zij de wapens op tegen Nederland.
Bescheiden
“Waarom die kapers uitgerekend mijn man hebben uitgekozen is een vraag die me vooral de eerste jaren erg heeft beziggehouden”, zegt mevrouw Bierling (80). “Ze zochten iemand om dood te schieten, omdat de regering het ultimatum van 14.00 uur had laten verlopen. Daar ben ik nog steeds boos over, want het heeft mijn man zijn leven gekost.” Jaren later kwam mevrouw Bierling onverwacht in de buurt van oud-premier Dries van Agt en wilde hem hierop aanspreken, maar ze blokkeerde. Over haar man zegt ze: “Hij was een sociale en bescheiden man, die zich waarschijnlijk niet heeft verzet toen ze hem eruit pikten. Daarom kozen ze hem ook uit en niet zijn buurman Ger Vaders, die in eerste instantie was aangewezen.” De Molukkers leidden Bert Bierling naar de deuren van de trein, openden die en schoten hem met een nekschot neer. Dat zou de regering wel leren. Hij was het derde slachtoffer. Eerder waren al een machinist en een soldaat doodgeschoten door de kapers.
Laatste contact
Het begin van de treinkaping ging op 2 december 1975 geheel aan mevrouw Bierling voorbij. “Ik was op de zolder bezig met Sinterklaascadeaus, want we hadden twee jonge kinderen. Ik hoorde geen radio of televisie en kreeg pas aan het eind van de dag te horen wat er gaande was. Het was toeval dat mijn man uitgerekend die trein naar Hoogeveen had genomen. Hij moest naar de tandarts en nam ons oudste kind mee, zodat die aan de tandarts kon wennen. Bert wilde daarna snel door naar zijn werk. Ik vroeg hem of hij geen trein later wilde nemen om eerst nog even koffie te drinken, maar hij had geen tijd. Dat was ons laatste contact. Toen ik eenmaal wist dat Bert in de trein zat, had ik de volgende dag een sterk voorgevoel dat hij het niet zou overleven.”
Kwaad
De treinkaping was wereldnieuws en de dood van Bert Bierling veroorzaakte een schokgolf door de samenleving. Er groeide haat tegen de Molukse bevolking; Molukkers werden op straat aangevallen. In die hectiek nam mevrouw Bierling een opmerkelijk standpunt in, dat getuigt van grote wijsheid. Ze zegt: “Ik heb het de zes Molukkers zeer kwalijk genomen dat ze mijn man hebben vermoord, maar ik verwijt de Molukse gemeenschap niets. Dat heb ik toen ook aan iedereen verteld en dat werd niet begrepen. Mensen werden zelfs kwaad op mij, dat ik er zo over dacht. Maar wat ze niet wisten was dat ik heel veel brieven heb ontvangen van Molukse mensen, die spijt betuigden en aan mij vertelden dat ze beslist niet achter de treinkapers stonden.”
Mevrouw Bierling stond er alleen voor en heeft haar twee kinderen alleen grootgebracht. Ze zegt veel steun te hebben gehad van familie en vrienden. Ieder jaar in oktober en november voelde zij van binnen weer onrust, spanning en de pijn van 1975. Ze was dan blij als het weer januari was. De treinkaping is onderdeel van haar leven gebleven en als zij kijkt naar het lachende portret van haar man op het buffet ervaart ze een soort contact en praat ze met hem. Afgelopen december was het anders: geen neerslachtigheid. “Ik begrijp zelf niet goed waardoor dat komt”, zegt ze. “Misschien doordat het al zo lang geleden is, maar het kan ook te maken hebben met het feit dat ik nu in een zorginstelling woon omdat ik een herseninfarct heb gehad. Hier is altijd reuring en die afleiding is goed voor me.”
foto van de trein: Rijksfotoarchief: Fotocollectie Algemeen Nederlands Fotopersbureau (ANEFO)
1 reactie